
Meer weten over Sedano Drieluik
In 1890 (dus 400 jaar nadat het geschilderd was) werd dit retabel (= een ‘decor’ voor een huisaltaar) op een veiling bij een Parijse kunsthandelaar te koop aangeboden als een werk ‘uit de school van Memling. Het Louvre kocht het, en zoals gebruikelijk ontstond een stroom van publicaties van deskundigen die allemaal hun zegje daarover wilden doen Al vrij gauw waren die het er over eens dat de opdrachtgever de Spaanse koopman Juan de Sedano geweest moet zijn, een invloedrijke man in het Brugge van einde 15e eeuw, lid van het verbond van het Heilig Bloed en alom geachte burger, en dat niet Memling, maar Gerard David het geschilderd had.
(Zie ook bijvoorbeeld het schilderij ‘de bruiloft te Kana’ van Gerard David, eveneens een werk. In opdracht van De Sedano)
Het middenpaneel met de maagd, tronend als de Koningin van de hemel inclusief engelen is een klassiek beeld dat door diverse voorgangers van Gerard David (onder wie Jan van Eyk en Hans Memling niet de minsten waren) al veelvuldig gebruikt was. De opdrachtgever was kennelijk gecharmeerd van dit iconisch beeld, en David voerde de opdracht graag zo uit. Prof. Périer d’Ieteren onderzocht het schilderij in 1982 en ontdekte dat niet alleen de figuren maar ook de bloem- en brokaatmotieven en de val van het textiel door David met behulp van sjablonen van eerdere schilderijen zijn overgenomen.
Een groots werk, waarin de schilder eigenlijk alleen zijn meestermanschap kon tonen in de gelijkenis van de portretten van de opdrachtgever en zijn echtgenote. Hun zoon (naast vader) houdt een klein kruisje in zijn hand, ten teken dat hij al overleden was toen het retabel geschilderd werd. Voor de overige figuren had David zijn vaste figuranten: Johannes de Doper (met bloot been tot boven zijn knie, om in het water te kunnen staan) en Johannes de Evangelist (achter mevrouw De Sedano). Adam en Eva lijken één op één overgenomen van het schilderij het Lam Gods van Jan van Eyk.