Meer weten


Meer weten over Sint Nicolaas drieluik
Deze drie schilderijen, alle drie 56 cm hoog en 34 breed, vormden samen een predella, dat is de sokkel van een altaar. Ze worden toegeschreven aan het atelier van Gerard David. Het eikenhouten paneel (tegenwoordig in drieën gezaagd: twee van de drie panelen bevinden zich in de national Gallery of Scotland en één in Toledo Museum of Art in Ohio, USA) is in 1986 onderzocht op herkomst en ouderdom, aan de hand van de jaarringen in het hout. Vergelijkend met andere panelen en eikenhouten constructies (die met zekerheid te dateren waren, zoals bijvoorbeeld in een bouwovereenkomst of een contract voor een schilderij) konden de houtdeskundigen vaststellen dat de boom waar deze panelen uit gezaagd zijn omstreeks 1496 geveld moet zijn, gedroogd en bezaagd is en zodoende vanaf ten vroegste 1506 beschilderd kan zijn. In die periode deed Gerard David zelf alleen nog echt belangrijke stukken, zoals Maagd onder de Maagden en liet hij een sokkel onder een altaar graag aan zijn gezellen en meesterknechts over.

Op de linker afbeelding zie je Jezus die op de dag van zijn geboorte opstond om God te bedanken.

Op het middenpaneel komt Sint Nicolaas, onopvallend gekleed, aan het raam bij een echtpaar edelen die in de financiële problemen geraakt zijn. Hij brengt een buidel goustukken mee zodat het echtpaar toch een bescheiden bruidsschat voor hun twee dochters kan betalen, zodat ze met een man van welstand kunnen trouwen en niet hun hele leven te hoeven zwoegen en op een houtje bijten.

Op het rechter paneel maakt Sint Nicolaas drie kinderen waar iets aan mankeerde weer gezond. Op de kazuifel van de heilige staat het Instrumentarium van Passie geborduurd, de zogenaamde Arma Christi (=wapenen van Christus). Deze tekst bidden van begin tot einde leverde een behoorlijke aflaat op.