
Meer weten over De drie wonderen van Sint Antonius
De legende van de knielende ezel of muildier is door een groot aantal kunstenaars in beeld gebracht. U kunt het bijvoorbeeld vinden in de Sint Janskerk in Gouda als één van de afbeeldingen in de beroemde Goudse Glazen.
De drie luiken in olieverf op eikenhout, onderdeel van een groot altaarstuk, komen waarschijnlijk wel uit het atelier van Gerard David, maar de meester zelf zal er volgens talrijke deskundigen nauwelijks zelf de hand in gehad hebben: hijzelf was al op hogere leeftijd en er zitten verschillende ongerijmdheden in de drie luiken. Ook is de geschiedenis van het werk incompleet: zo is onbekend wie de opdrachtgever was, en het kan dus ook een stuk voor de ‘gewone handel’ geweest zijn.
Pas driehonderd jaar later dook het drieluik op in Rome. Kardinaal Despuig y Daneto kocht het en nam het mee naar Mallorca, en gaf het daar aan graaf Montenero. Na diens dood werd het verkocht op een kunstbeurs in Brussel en kwam zo terecht in de kunstverzameling van Léon de Somzée, een Belgisch industrieel, bestuurder en kunstverzamelaar.
Zijn enorme collectie werd verkocht in 1904, en er ontstond een levendige discussie tussen een tiental gezaghebbende kunsthistorici over de vraag wie de eigenlijke maker van de drie schilderijtjes was. Door die discussie daalde het schilderij in waarde, en ging enkele malen van hand tot hand. In 1929 werd het aangekocht door het Toledo Museum of Arts in Ohio, USA. Amerikaanse deskundigen menen nu dat het van de hand is van Ambroise Benson, meesterknecht van Gerard David. De baanbrekende kunsthistorica Maryan Ainsworth (de eerste die onderliggende schetsen van oude schilderijen met röntgen- en infraroodtechnieken bestudeerde) kwam op haar beurt opnieuw met andere ideeën.