Meer weten over Drieluik van de Geboorte (met boslandschap op de achterzijde)
Het is eigenlijk diep triest dat iemand die zichzelf als kunstliefhebber beschouwde nog in de 20e eeuw de achterkanten van twee zijpanelen af heeft laten zagen. Julius Semon Bache (1868 -1941), een Amerikaanse bankier, filantroop en kunstverzamelaar kocht het schilderij in 1929 uit de collectie Urrutia (Navarro) en liet de eiken planken (uit één stuk) waar de luiken op geschilderd waren verticaal in tweeën zagen (dus elk in twee even grote, de helft dunnere planken. Beter had hij van tevoren de vraag aan de kunstwereld van toen kunnen stellen: is het denkbaar dat Gerard David (al dan niet met medewerkers uit zijn atelier) op de buitenzijde van de deurtjes van een schilderij dat heel duidelijk in opdracht geschilderd was) een boslandschap (op wens, of als bonus) op de deurtjes geschilderd had met verwijzingen : naar de geboorte (de herberg, de os en de ezel)?
Die discussie barstte los toen Bache de twee boslandschapjes voor 800 dollar aan het Rijksmuseum Amsterdam verkocht. De Europese kunstwereld was woedend, er werden door minstens 27 gezaghebbende Europese kunsthistorici artikelen in wetenschappelijke kring over gepubliceerd. Sinds eind jaren 60 van de vorige eeuw is er algemene consensus over de vraag of voor- èn achterkanten door David en zijn atelier tijdens Davids leven (overleed in 1523) geschilderd zijn; niemand twijfelt daar nog aan.
Bache trok zich er weinig van aan, en liet de voorkant van de beide luiken van het eikenhout overbrengen op doek. Het is tenslotte een kenmerk van de eigendom dat de eigenaar volledig mag beschikken over zijn bezit, en het desgewenst mag vernielen.
Op het middenpaneel knielt de (anonieme) schenker met Sint Hieronymus aan zijn zijde, en tegenover hem zijn echtgenote met Sint Vincentius.
