Het Altaarstuk van St. Michael door Albert van Ouwater
Albert van Ouwater 1410-1415 t/m +/- 1475
Albert van Ouwater werd naar alle waarschijnlijkheid in Oudewater geboren.
Hij was een van de eerste kunstschilders in de Lage Landen die olieverf gebruikte (en dus ook zelf kon maken). In de omgeving van Oudewater werd veel vezelhennep en vlas verbouwd, en uit zaden van beide planten kon olie geperst worden die aan de lucht verharste, en daardoor geschikt was om olieverf mee te maken.
Hij schilderde voornamelijk landschappen en hij was de oprichter van de Haarlemse School.
Hij was als schilder actief tussen plusminus 1440 en 1465.
Van Ouwater had enkele beroemde leerlingen: Geertgen tot Sint Jans, en Gerard David.
Het middenstuk van dit drieluik (door Van Ouwater) is zoekgeraakt en niemand weet hoe het er uit gezien moet hebben. Op het linker zijpaneel is Johannes de Doper afgebeeld, met het Lam Gods op de arm. Gerard David heeft later ook een schilderij van Johannes gemaakt dat behoorlijk wat overeenkomst heeft met dat van Albert van Ouwater.
Op het rechter paneel hanteert Sint Michael het kruis als wapen om de duivels die hem belagen van zich af te houden. De wezens uit de onderwereld hebben nog het meeste weg van exotische reptielen met wraakzuchtige smoelen terwijl Michael weinig heldhaftigs of vastberadens in zijn gezichtsuitdrukking heeft, niet erg overtuigend als bestrijder van het kwaad. Het crapuul uit de onderwereld is een tijdsbeeld van de voorstelling die men zich in de 15e en 16e eeuw van bijbelse begrippen als de hel en de onderwereld maakte. Een latere meester in dit genre was natuurlijk Jeroen Bosch.
Beide luiken zijn in bezit van het museum Capilla Real in Granada.


