Meer weten

Paard van Pilatus

Meer weten over Aanbidding der wijzen (München)
Toen het schilderij in 1816 geregistreerd werd in de Alte Pinakothek in München, werd het aangezien als een schilderij van Jan van Eyk. Er werd gedacht aan Arent de Winne, de volgende curator meende Gerard van Horenhout. Kunsthistorici zien een duidelijke invloed van Hugo van der Goes, één van de leermeesters van Gerard David, en vanaf de vierde herziening van de catalogus in München wordt David algemeen als de meester beschouwd. In 1991 werd (met infrarood-onderzoek) ontdekt dat diverse delen in de schets en tekening van het schilderij met behulp van sjablonen waren aangebracht, een techniek die door Gerard David veelvuldig werd toegepast, meer dan door zijn tijdgenoten en voorgangers. Tegelijkertijd blijkt de techniek van de schilder zelf in dit schilderij behoorlijk ver ontwikkeld te zijn geweest, als je bijvoorbeeld let op de paarden op de achtergrond en die vergelijkt met de houterige paarden op het paneel Pilatus en de Joden, onderdeel van het drieluik over de kruisiging, dan heeft de schilder voor het tafereeltje op de achtergrond prachtige, natuurgetrouw bewegende paarden neergezet.

Achter de koning in de rode mantel staat een man met een lach om zijn mond. Het is de enige afbeelding van Gerard David van een lachende mens. 
De meest opvallende figuur, de knielende koning Caspar, is een zelfportret van Gerard David. Je komt hem op meerdere schilderijen tegen, onder andere op het schilderij Maagd onder de Maagden. Er is een contract bewaard waarin onder andere is vastgelegd dat de schilder zichzelf en echtgenote als twee bedienden op de achtergrond mag zetten. Dat wetend (het is één van de laatste werken van Gerard David) herken je de gelijkenis van een jongere David op enkele oudere schilderijen. De korenschoof op de grond symboliseert het dorp Bethlehem.